KFC Turnhout ging in 1912 van start als Turnhout Sport. De club kreeg van de Voetbalbond stamnummer 148 en startte in 1912-1913 in de provinciale voetbalcompetitie. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden enkel vriendschappelijke wedstrijden gespeeld. Na de oorlog gingen ook de voetbalcompetitie en de Voetbalbond weer van start, het sein voor het bestuur van Turnhout Sport om ook weer in competitieverband uit te komen. Op 3 januari 1921 besloot men tot een naamsverandering: Turnhout Sport werd omgedoopt tot Football Club Turnhout. Vele Belgische clubs hadden toen immers een Engelse naam, omdat Engeland de bakermat van het voetbal is. Op 3 juni 1921 liet de Voetbalbond weten dat de herinschrijving van FC Turnhout aanvaard werd. In 1952 kreeg de club het predikaat ‘koninklijk’. Vanaf het begin was het Villapark aan de Gierledreef de thuishaven. In 1948 kon een fel gemoderniseerd stadion met een prachtige zittribune worden ingehuldigd.
Tot het einde van de jaren ’30 kende de club een eerste periode van grote bloei. In 1925 werd voor het eerst kampioen gespeeld. Bovendien beschikte het elftal vanaf dat seizoen met Swat Engelen over een buitengewoon getalenteerd doelman die zou uitgroeien tot een ware clublegende. Naar hem is intussen een straat vernoemd. Dankzij de creatie in het seizoen 1925-1926 van een nieuwe hoogste nationale afdeling, ere-afdeling, ging Turnhout op het einde van dat seizoen over naar de nationale tweede afdeling om tot op vandaag nooit meer terug te keren naar de provinciale reeksen. In 1932 speelde Turnhout voor het eerst in de hoogste afdeling, maar eindigde dat seizoen laatste. In 1936-1937 volgde een tweede seizoen in de hoogste reeks, maar opnieuw eindigde de club laatste. Vanaf 1951 tot 1958 speelde de club in derde klasse.