Speelstijl
Eigen sterkte - combinatiespel - totaalvoetbal - teamtactisch gestructureerd - creatief
Spelprincipes:
Het opleidingsspelconcept voor opbouwen, aanvallen en omschakelen binnen 11V11 (U14 t.e.m. U17) wordt gekenmerkt door 20 SPELPRINCIPES, met daaraan gekoppeld 26 SUBSPELPRINCIPES.
Aanvallend
Balbezit met de intentie tot opbouw en infiltratie. Gebruik maken van opbouwprincipes (diepte, overtal creëren, …) om tegenspelers te desorganiseren, uit balans te brengen en uit te spelen teneinde ruimte en doelkansen te creëren.
Opbouw van achter uit via de doelman (via korte of halflange passing)
- centrale verdedigers en/of flankverdedigers haken af
- (verdedigende) middenvelders maken zich aanspeelbaar
Verderzetting opbouw van achter uit via de verdediging en het middenveld
- verzorgde opbouw via combinatievoetbal met steeds dieptespel als eerste keuze
- middenvelders en aanvallers maken zich aanspeelbaar
Infiltratie naar een volgend linie
- inschuiven van verdedigers en middenvelders naar een volgende linie teneinde een man-meer situatie te creëren waarbij de vrijgekomen positie wordt opgevangen door kantelen/schuiven van de resterende spelers (linie/restverdediging/blok)
Zonevoetbal
- de eigen speelruimte vergroten en op zoek gaan naar vrije en/of aanspeelbare spelers, bijv. tussen de linies
- aanspeelbaar zijn binnen rationeel bezette zones via veel beweging en positiewissels
Verdedigend
Zoneverdediging met toepassing van georganiseerde felle druk. Gebruik maken van verdedigende principes (compact blok, onderlinge dekking, …) om de bal vroeg te veroveren, de opbouw te verstoren en de hotzone af te blokken.
Zonevoetbal
- de eigen speelruimte verkleinen en hierbinnen een collectieve blokvorming hanteren
- als team schuiven en kantelen in functie van de bal
Pressing
- in de afgesproken zone druk zetten, bij voorkeur in de opbouwfase van de tegenstander
- afsluiten van speelhoeken met continue afscherming van de centrale as
Omschakeling
Gebruik maken van het omschakelmoment en de desorganisatie van de tegenstander door snel aan te vallen of positie in te nemen teneinde georganiseerd op te bouwen.
Voorkomen van terreinwinst en trachten de bal te heroveren terwijl de eigen defensieve organisatie terug op punt gesteld wordt. Direct druk op de bal tijdens het omschakelmoment van de tegenstander naar zijn aanvallende organisatie.
Zo snel mogelijk samen
- tijdens beide omschakelmomenten is de snelheid van handelen van het ganse team de belangrijkste factor, zowel wat betreft het positiespel om (terug) in de organisatie te komen (open gaan of compact blok) als de eerstvolgende voetbalhandelingen (opbouw of druk).
Basisformatie: 1 - 4 - 3 - 3